Loudon, James-
1824-1900, zoon van een Engelse suikerfabrikant die zich in 1811 op Java gevestigd had. Referendaris te Batavia en van 1861 tot 1862 minister van Koloniën in het kabinet Van Zuylen van Nyevelt van Myevelt-Loudon. Hij schafte de cultuurprocenten af en bracht ook andere verbeteringen aan in het *Cultuurstelsel. Hij stelde de vrijmaking van de slaven in de West voor. Hij trad af omdat hij niet overweg kon met de conservatieve Van Zuylen. Van 1862 tot 1872 was hij commissaris van de Koning in Zuid-Holland, van 1872 tot 1875 gouverneur-generaal in Indië. Onder zijn bewind werd in 1873 de oorlogsverklaring aan *Atjeh ondertekend, die in en buiten het parlement tot heftige polemieken leidde en zijn ontslagneming tot gevolg had (*Nieuwenhuijzen). In 1884 werd hij in de adelstand verheven.
In de Minnebrieven drukt m. een brief van hem aan Loudon in diens functie van minister van Koloniën af, die hij steeds onderbreekt voor commentaar aan Tine. In deze brief, gedateerd 25 juni 1861, vraagt m. aan Loudon hem ‘in staat te stellen die politiek [het strijden tegen misbruiken in alle systemen en het strijden voor rechtvaardigheid en menselijkheid], gesteund door een vasten wil, en enige bekwaamheden die de natie my wel wil toekennen, op wettelyke wyze ten nutte van den Lande aan te wenden.’ (vw ii, p. 66-68).