Cultuurstelsel (op Java)

werd in 1830 ingevoerd door gouverneur-generaal Van den Bosch. De Javaan werd gedwongen om 1/5 van zijn land te bewerken voor koffie en andere gedwongen cultures en die af te staan aan het Gouvernement. Het Cultuurstelsel bracht van 1830 tot 1870 een batig saldo op van 823 miljoen gulden. Het verzet van de liberalen, die in 1854 voor Vrije Arbeid waren, leidde tot verzachting bij het Regeringsreglement. Na het optreden van m. in 1860 erkende minister Loudon de grieven, doch het Cultuurstelsel werd pas in 1870 opgeheven. Het grootste bezwaar tegen het Cultuurstelsel was de knevelarij van het volk door regenten en ambtenaren, die, wanneer het stelsel winst opleverde, beloningen ontvingen. m. schrijft hierover in de Max Havelaar:

‘Wel wordt dus de arme Javaan voortgezweept door dubbel gezag, wel wordt hy dikwyls afgetrokken van zyn rystvelden, wel is hongersnood vaak het gevolg van deze maatregelen... doch vrolyk wapperen te Batavia, te Semarang, te Soerabaja, te Pasoeroean, te Besoe-ki, te Probolinggo, te Patjitan, te Tjilatjap, de vlaggen aan boord der schepen, die beladen worden met de oogsten die Nederland ryk maken.’ (vw i, p. 65; eveneens opgenomen in Over vryen arbeid, vw ii, p. 208-209)

Hij vervolgt:

‘Niets is dus gewoner dan dat honderden huisgezinnen van verren afstand worden opgeroepen om zonder betaling velden te bewerken, die den Regent toebehoren. Niets is gewoner dan het onbetaald verstrekken van levensmiddelen ten behoeve der hofhouding van den Regent. En wanneer die Regent een gevallig oog mocht slaan op het paard, den buffel, de dochter, de vrouw, van den geringen man, zou men het ongehoord vinden, als deze den onvoorwaardelyken afstand van het begeerd voorwerp weigerde.’ (vw i, p. 66)

Van het ‘gestolen’ geld werden in Nederland spoorwegen aangelegd, aldus m. in de Minnebrieven (vw ii, p. 22). In Over vryen arbeid bespreekt hij uitgebreid het Cultuurstelsel en de consequenties ervan voor de plaatselijke bevolking:

‘Het hoofddenkbeeld van 't Kultuurstelsel en van ons gezag in Indië, is dit: De Gouverneur-Generaal houdt een teugel in handen, die van afstand tot afstand zich verdeelt in onderdelen, welker splitsing weer opnieuw onderscheiden lynen en koorden daarstelt, die - weer op hún beurt gesplitst - zich rechts en links uitstrekken, en na herhaalde weerverdeling ten laatste elk individu bereiken, in-toom-houden, dwingen... dat is: regeren.’ (vw ii, p. 266)

Hij vervolgt:

‘Welnu, verander al die lynen in buizen, zet de twaalf-millioen dunne twintigmaal onderverdeelde bybuisjes op de borst van twaalf millioen Javanen, breng een zuiger, een flinken stoomzuiger aan op de hoofdbuis, en daarna...
pomp, pomp, pomp, zeg ik u. pomp voor den duivel... en voor nederland.
Dát is 't Kultuurstelsel. (...)
Geef elken avonturier toegang tot de machine, tot de hoofdbuis, tot de onderbuis, tot de kleine nevenbuisjes (...) vergun hem die buizen, de buizen van de Weledele Heren Droogstoppel en consorten, te plaatsen op de borst van twaalf millioen Javanen...
Laat hem boren dóór die borst, tot hy 't hart raakt... En dan... ja, dan...
pomp...pomp...pomp... voor den duivel... en voor de vry-arbeiders...’ (vw ii, p. 269, 275)

Van 1863 tot 1866 werden onder Fransen van de Putte de meest omstreden cultures afgeschaft. Dit waren cultures die 's lands kas toch al weinig inkomsten opleverden. Alleen die van indigo leverde anderhalf miljoen gulden op. In 1870 werd het besluit genomen tot geleidelijke opheffing der gouvernements-suikercultuur. De koffiecultuur werd voortgezet in milder vorm. De herendiensten werden geleidelijk beperkt.

(Lit. C. Fasseur, Kultuurstelsel en Koloniale Baten; de Nederlandse exploitatie van Java 1840-1860, Leiden, 1975, herdruk 1978) *agrarische wet *herendiensten