Goudmaker, parabel van de-
één van de geschiedenissen die m. van zijn baker had gehoord en aan Tine vertelt in Idee 527 (vw iii, p. 348-350). Het is de geschiedenis van een alchimist die het goudmaken ‘versmaadde’ en een ‘zoölogie-winkel’ begon, waarin hij de grote geschiedenishelden *Curtius, *D'Assas, *Luther, *Cambronne en *Van Speyk te koop aanbood. Meneer Publiek was niet geïnteresseerd, waarop een ‘koopman in vlasvinken’ de helden opkocht en hun ogen uitstak. Toen Meneer Publiek de helden hun laatste woorden hoorden spreken (‘Auvergne, à moi’ enz.) kocht hij ze alle vijf ‘... maar zonder kooien’: ‘De tyden zyn slecht.’.
In het volgende Idee bekritiseert m. zijn lezers aldus:
‘Op hoeveel manieren reeds trachtte ik uw traag begrip op te wekken tot erkenning, dat de opgang van myn geschryf geen gevolg is van byzonder talent, maar van de waarheid der zaken die ik meedeelde? Hoelang zult geblyven voortgaan u aan te stellen (...) u te houden alsof ge my aanzaagt voor een schryver, voor een boekenmaker?’ (vw iii, p. 351)