Buffel

of karbouw, het Javaanse rund dat gebruikt werd als trekdier. De buffel was voor de inlanders van zeer groot belang, met name in de landbouw. Daarom was het ook rampzalig dat de bevolking zoveel buffels ontnomen werden ten behoeve van de hofhouding van de regent, m. heeft deze betekenis aangrijpend beschreven in het verhaal van *Saïdjah en Adinda in de Max Havelaar. In de ‘Brief aan de kiezers van Nederland’, opgenomen in de Minnebrieven (vw ii, p. 127), geeft m. een lijst van de in februari 1856 aan de bevolking van één district afgenomen buffels. Dat waren er in totaal 36. m. neemt dit als gemiddelde en berekent vervolgens dat er dus 240.000 buffels per jaar over geheel Java van de inlanders afgenomen worden, dat betekent 2.500.000 buffels, afgenomen van de Indische bevolking onder de regering van één gouverneur-generaal die zijn plicht niet doet. Erger nog acht hij de herendiensten en onbetaalde levering van allerlei zaken (*Parang Koedjang). m. gelast ieder die Duymaer van Twist ziet, in zich zelf te mompelen: ‘Eén buffel! En ik veroordeel U tot bewustzyn dat men 't mompelt... ja, ik gelast u het ná te zeggen in uw binnenste.’ (vw ii, p. 131).

Deze lijst is gebaseerd op een verslag van de geheime politie over Wira Koesoema, demang van Parang Koedjang (vw ix, p. 551-553). In het artikel ‘De tienduizend buffels van Max Havelaar’ van Frits Jaquet en Rob Nieuwenhuys (Het Oog in 't Zeil, jrg. 6, 1988-1989 nr. 1, p. 1-9) wordt deze lijst toegescheven aan de onbetrouwbare djaksa van Lebak, raden Astra Kesoema. In dat artikel is ook een verslag van een getuigenverhoor afgedrukt uit het rapport van *Brest van Kempen, waaruit zou blijken dat de door de demang van Parang Koedjang gevorderde buffels, vergoed werden.