Amsterdamsche Courant
conservatief dagblad, waarvan *De Bull hoofdredacteur was. De krant plaatste op 9 en 10 december 1859 twee ingezonden artikelen van m. Het waren zijn eerste publikaties na de ‘Geloofsbelydenis’. Het eerste artikel schreef hij n.a.v. het overlijden van politicus *Stolte (vw x, p. 150-153). Het werd door hem ook verwerkt in *‘Aan de Stemgerechtigden in het kiesdistrikt Tiel’ (vw i, p. 441). Het tweede artikel - dat tevens aan het liberale Algemeen Handelsblad werd aangeboden - schreef m. n.a.v. een telegram uit Indië over een opstand (vw x, p. 159-163). Doel hiervan was, zoals blijkt uit een brief aan Tine d.d. 5 december 1859, om J.J. Rochussen te laten zien dat hij nog steeds actief was en lid van de Kamer zou kunnen worden. Door deze actie zou Rochussen wel gedwongen worden hem lid van de Raad van Indië te maken. Over zijn voornemen om het artikel naar twee kranten van verschillende signatuur te zenden, schrijft hij in dezelfde brief: ‘Dat is om R. [=Rochussen] te doen zien dat ik geagreëerd word door twee partijen.’ (vw x, p. 139-140).
In de Amsterdamsche Courant van 5 juni 1860 (vw x, p. 239-241) verscheen een zeer positieve recensie van de Max Havelaar met de lovende zinnen: ‘Wij hebben in langen tijd geen zoo merkwaardig boek ter aankondiging voor ons gehad’ en ‘Wij houden ons overtuigd, dat hij zich met dit boek eensslags een eerste plaats onder onder onze hedendaagsche schrijvers veroverd heeft’.
Was de krant aanvankelijk op de hand van m., in een brief aan Tine d.d. 16 mei 1861 reageert de schrijver furieus op een verslag inzake zijn proces tegen *J. van Lennep: ‘daar heeft de Amst. Ct. een zoo partijdig en gemeen verslag gegeven van de zaak dat ik daar wat tegen doen moet. Ik heb dus te overleggen met mijn advokaat.’ (vw x, p. 454).
In Over vryen arbeid noemt hij kranten in het algemeen onbetrouwbaar, waarbij ook de Amsterdamsche Courant het moet ontgelden: een persiflage in een Duitse krant werd door deze krant als informatie overgenomen (vw ii, p. 220; *De Tounens).