Volledige Werken, Multatuli's-

Na m.'s dood verschenen in 1888-1889 de werken, die uit het bezit van *G.L. Funke aan de uitgeversmaatschappij *Elsevier waren overgegaan, in 10 delen onder de titel Verzamelde werken van Multatuli. Eerste naar tydsorde gerangschikte uitgave bezorgd door zyne weduwe. Deze uitgave werd voorafgegaan door ‘Studiën over Multatuli’ van C. Vosmaer. Deze zgn. Kopjesuitgave (naar het portret op de omslag) werd door de Gebr. E. & M. Cohen aangevuld met de werken, die zij uit het fonds van *Muusses en Co. hadden overgenomen, nl. Millioenen-studiën, Over Specialiteiten en Nog-eens: Vrye arbeid, die in 1889-1890 onder de titel Serie goedkoope werken in gelijke uitvoering, uitkwamen. Deze driedelige uitgave bevat tevens de studie ‘Multatuli en zijne werken geschetst’ van *A. Admiraal. Beide uitgaven werden regelmatig herdrukt; de Elsevier-editie verscheen later nog in vijf banden en in de ‘Garmond-uitgave’ (1899-1901); Cohens uitgave verscheen in 1900 in een geïmiteerde uitvoering van de ‘Garmond-uitgave’ onder de titel ‘Meesterwerken’ (4 dln).

In 1940 namen E. du Perron en G. Stuiveling het initiatief voor een nieuwe editie van m.'s Volledige werken. De eerste zeven delen, met het door m. voor de pers geschreven werk, verschenen van 1950 tot 1953. De delen zijn uitgevoerd in de typografie van H.O.M. Salden (geb. 1910), die ook de omslagbelettering ontwierp. Met de spits neergezette letters van ‘Multatuli’ op de omslag, wilde hij de polemische kant van m. tot uitdrukking brengen.

In de Volledige Werken werden voor het eerst de Causerieën en de Divigatiën herdrukt. De teksten werden door Stuiveling in moderne spelling in een electische editie uitgegeven. Vanaf 1954 verschenen, met soms lange tussenpozen, achttien delen ‘Brieven en documenten’, waarin alles wat van m.'s hand bewaard is gebleven in chronologisch volgorde is opgenomen. Dit werd aangevuld met veel brieven en documenten m. betreffende. In deze delen (viii tot xxv) werd een diplomatische tekstweergave nagestreefd. Deze uitgave werd na het overlijden van Stuiveling in 1985, o.l.v. H. van den Bergh voortgezet en werd op 5 maart 1995 voltooid.

(Lit. ‘Vragen aan Stuiveling’, in: Over Multatuli, 1979, nr. 3, p. 25-33)