Urist
m. noemt zijn personage *Albert uit Vorstenschool een ‘urist’ (vierde bedrijf, vw vi, p. 83-84). Het woord urist is vermeld in het Nieuw Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal van D. Bomhoff Hzn.
('s-Gravenhage, 1857). Daarin wordt het op p. 984 (eerste kolom) als volgt omschreven:
‘*Urist, m. (van den -, mrv. -,) die bij het uur werkt, schrijft, enz.’ De asterisk duidt aan dat het woord in geen van beide ‘taalkundige woordenboeken’ van Petrus Weiland voorkomt, aldus vermeldt de voorrede (p. vii) van Lammert A. te Winkel.