Albert

personage uit Vorstenschool, de verloofde van het naaistertje Hanna. Hij is één van de vertegenwoordigers van het ‘volk’, hoewel zijn beroep - hij is schrijver op het departement - hem vrij hoog op de maatschappelijke ladder plaatst. Naast zijn werk schrijft hij gedichten; hij is een *‘urist’. In het vierde bedrijf reciteert hij één van zijn poëticale gedichten:

‘Daar is een kracht, uit hoger kracht gesproten,/Die 't zinkend hart des mensen schoort,/Die 't opvoert naar een hoger oord,/Die 't vastklemt, als de stam z'n loten,/Als moederarmen 't schreiend wicht,/Aan de eerste bron van liefde en licht.’ (vw vi, p. 72-73)