Smit Kleine, Frits-

1845-1931, Nederlands dichter en letterkundige, ambtenaar bij Binnenlandse Zaken. Onder het ps. Piet Vluchtig publiceerde hij Haagsche Hopjes (Haarlem, 1878). In 1872 richtte hij samen met M. Emants het tijdschrift Spar en Hulst op, en in 1875 samen met Emants en Van Santen Kolff De Banier, dat tot eind 1880 bestond.

m. leerde hem kennen als redacteur van De Nederlandsche Spectator. In februari 1879 bezocht Smit Kleine m. na diens lezing in Den Haag. m. noemt hem in een brief aan Mimi d.d. 20 februari 1879 ‘'n beste jongen’ (vw xix, p. 698).

Smit Kleine was medeondertekenaar van de circulaire voor het *Huldeblijk. Bij m.'s dood schreef hij, op verzoek van Mimi, een zeer waarderend artikel in Die Nation (23 juli 1887: vw xxiv, p. 467-472). Het werd in een Nederlandse vertaling gepubliceerd in Schrijvers en Schrifturen (Haarlem, 1891). Dit artikel, waarin hij het tijdperk van 1865-1885 schetst als ‘vervuld van de klank Multatuli's naam als van de roem zijner werken’, werd bekritiseerd door *G. Jonckbloet.