School des Levens, De-

publikatie van m. (vw iii, p. 35-39), geschreven op 5 februari 1865, n.a.v. zijn bezoek van de vorige dag aan het Grand Théâtre te Amsterdam, waar de afscheids- tevens beneficevoorstelling van de toneelspeelster *Laura Ernst werd gegeven. Zij speelde de rol van Isaura in Die Schule des Lebens, oder die Königstochter als Bettlerin een romantisch toneelspel in vijf bedrijven van *E. Raupach.

m. publiceerde zijn beschouwing in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad van 6 februari 1863 (herdrukt in de Herdrukken en Verspreide stukken, beide in 1865). Hij looft hierin het acteren van Laura Ernst, maar ergert zich aan het geringe aantal toeschouwers. Hij valt uit tegen de onlangs benoemde prof. *Oosterzee bij wiens rede ‘in slecht latyn’ de zaal wèl vol geweest was.

Op 7 en 12 februari 1863 vonden nog twee voorstellingen plaats. Die werden opgeluisterd door de ‘Saïdjah Elegie’ van *Richard Hol (programma van 12 februari, vw xi, p. 95). Naar eigen zeggen had zijn lofprijzing succes. In een noot uit 1865 schrijft m. namelijk: ‘Ze heeft nog enige keren gespeeld. En ik had myn zin; de zaal was vol.’ (vw iii, p. 40).