Hol, Richard-

Amsterdam 1825 -Utrecht 1904, componist. Hij studeerde eerst theologie, maar stapte al snel over naar een opleiding aan de muziekschool te Amsterdam. In 1854 werd hij directeur van de zangvereniging Polyphonia en later van andere zangverenigingen. In 1863 werd hij directeur van de stadsconcerten in Utrecht en organist aan de Domkerk, in 1875 werd hij directeur van de muziekschool te Utrecht. Daarnaast dirigeerde hij verscheidene concerten. In 1861 zette hij Saïdjah's lied ‘Ik weet niet, waar ik sterven zal’ op muziek voor violoncel en piano onder de titel ‘Saidjah Elegie’ (Opus 30).

Op 16 mei 1861 schrijft m. Tine dat hij heeft vernomen dat de ‘Saidjah Elegie’ is verschenen. Sietske Abrahamsz speelt het; hij vindt er voor piano ‘weinig aan’. Hij vervolgt zijn brief:

‘'t Is komiek hoe mij alles wordt tegengewerkt. Ik had die elegie geprovoceerd bij Hol, een knappe jongen, die door en door artist is. Maar er staat nu alleen “Saïdjah” en er had moeten bijstaan: “Ik weet niet waar ik sterven zal!” Uit den Max Havelaar’ (vw x, p. 459).

In de Minnebrieven speelt Fancy de ‘Saïdjah Elegie’ (vw ii, p. 58); in het ‘derde bewys dat de Javaan mishandeld wordt’, lezen we:

‘Die Multatuli deed verkeerd, u de waarheid te geven met wat omkleedsel. Gy hebt den zang van Saïdjah op muziek gezet, en uw dochters vermoorden met veel gevoel dien armen drommel op de piano’ (vw ii, p. 126).

In Idee 735 schrijft m.: ‘Richard Hol had den moed een Saïdjah te komponeren, die dan ook zelden of nooit gespeeld wordt.’ (vw iv, p. 459). *De School des Levens