Richardson, Samuel-
1689-1761, Engels schrijver van zedenkundige (brief)romans, waarvan Clarissa Harlowe (8 dln., 1748), Pamela or virtue rewarded (1740) en Sir Charles Grandison (6 dln., 1753) de bekendste zijn. Hij heeft veel invloed gehad op de Europese literatuur, onder meer op Rousseau. In ons land beïnvloedde zijn werk Rhijnvis Feith, Betje Wolff en Aagje Deken en Adriaan Loosjes Pz.
m. ergerde zich aan de moraal in Richardsons boeken. De roman Pamela noemt hij in een noot bij Idee 1272 ‘afschuwelyk’:
‘Nog altyd staat die vuile Richardson feitelyk aan 't hoofd van zekere school, al weten de discipelen-zelf niet wien ze volgen, omdat ieder meent slechts met z'n onmiddellyken vóórman te doen te hebben.’ (vw vii, p. 623)
In een brief aan J.M. Haspels d.d. 5 februari 1884 schrijft hij:
‘De Clarissa Harlowe's en Pamela's zyn de lievelingsheldinnen van hoeren. Dát en 't verkoopen van moraliteitspraatjes zyn de geliefdste uitwegjes om met fatsoen 'n smeerlap te wezen.’ (vw xxiii, p. 93; cf. brief aan C. Busken Huet d.d. 4 september 1866, vw xi, p. 678)
Op de deugzaamheid van het hoofdpersonage uit Sir Charles Grandison zinspeelt m. in de Woutergeschiedenis:
‘Als-i [=Wouter] voor z'n veertien stuivers, toevallig 'n Karel Grandisson had te lezen gekregen - vervelender gedachtenisse! - zou z'n gedicht van dien Woensdag heel anders uitgevallen zyn, en hy had misschien... ja, zéker had-i dan de hand van verzoening gereikt aan Slachterkeesje, en dien wellicht nog 'n paar griften [=griffels] toegegeven, met volkomen vergiffenis voor 't onjuist verhuizen van dezen of genen graaf.’ (Idee 405, vw ii, p. 611)
In plaats van een gedicht op de mannelijke deugdzaamheid te schrijven, had Wouter een gedicht over rovers gemaakt, het zgn. *Roverslied.
Op 30 januari 1876 schrijft m. aan B.L. van Popering dat zijn leven na zijn 23ste jaar meer op dat van een Grandison of een Brave Hendrik leek ‘dan naar m'n eigen begrippen eigenlyk gevorderd werd (vw xviii, p. 229). *‘Verstand- en Hart’-litteratuur *De Sade