Klabat, de-
werkende vulkaan in de buurt van Menado. In oktober 1850 schrijft dd. Tine dat hij de Klabat heeft beklommen (vw ix, p. 101). Het was er ‘verd... koud’. Hij meldt het voornemen van een ‘tourtje’ naar de Klabat met de officieren van de *Bayonnaise op 6 tot 8 juni 1848 (vw ix, p. 76). In zijn ‘Brief aan A.C. Kruseman’ vertelt hij over een tocht naar de Klabat uit 1848 en hij citeert de twee strofen uit het gedicht (*Salak) dat hij en zijn medereizigers als ‘groet’ onder een steen achterlieten (vw ix, p. 196-197; *Jurien de la Gravière). In Idee 160 schrijft hij dat hij ooit woonde ‘in de buurt van 'n berg die rookte. (...) Ik leed... hy blaasde. 't Ding kón niets dan dat.’ (vw ii, p. 386).