Grondwet van 1848
Deze wet werd door *Thorbecke vanuit het liberale gedachtengoed ontworpen, waarbij de macht van de koning aan banden werd gelegd en de ministeriële verantwoordelijkheid ontstond. m. geloofde niet in de zegeningen van dit ‘wonderjaar’ (Idee 1096, vw vii, p. 52); in Idee 1254 betoogt hij dat de ‘invloed van de “principes van 1848” bewerkte veranderingen 'n hinderpaal op den weg van vooruitgang’ vormen (vw vii, p. 519). In Idee 974 schrijft hij over de door Thorbecke ingevoerde wetten:
‘Nu eens aannemende dat al de acht-en-veertigse veranderingen aan Thorbecke moeten gedankt of geweten worden, dan zou hy de meest verkwistende Staatsman zyn, dien we ooit gehad hebben.’ (vw vi, p. 201).
De wijziging van de grondwet is van 1848, de organieke wetten (provinciewet, gemeentewet, kieswet, etc.) volgden later tijdens het eerste ministerie Thorbecke (1849-1853). Deze wetten zouden uiteindelijk in Nederland tot een parlementaire democratie leiden. *algemeen kiesrecht