Brutus

1. Lucius Junius, de bevrijder van Rome, die de laatste koning, Tarquinius Superbus, in 510 v.Chr. verdreef en de Republiek stichtte. Hij werd in 509 v.Chr. de eerste consul, maar stierf nog in hetzelfde jaar in een gevecht met Tarquinius.

‘Wer Geist und Character hat soll den Brutus oder den Sixtus v spielen’ schrijft m. op 31 juli 1872 aan C.F. Riecke (vw xv, p. 297). In een noot bij Idee 452 ageert hij tegen geschiedschrijvers die ‘vryheidshelden’ van onder andere Brutus, ‘fabriceerden’ ‘om door 't ophemelen dier opera-sujetten ware of vermeende tyrannie te bestryden, of... om den tekst te leveren tot 'n boek, 'n “mooi” boek.’? (vw iii, p. 407). *(Geschied)schrijvers *Lucretia

2. Marcus Junius en Decimus Junius-, de beide moordenaars van Julius Caesar in 44 v.Chr. Zij handelden om de vrijheid van de Republiek te beschermen. Marcus doorstak zichzelf na de slag bij Philippi in 42 v.Chr. (*Porcia), Decimus sneuvelde in 43 v.Chr. in een gevecht tegen Antonius. In Idee 562 spreekt m. van ‘de verwarrende vergelyking van een held Brutus, een vaderlandsredder *Scaevola, en een misdadiger *Orsini’ (vw iv, p. 323).