Wenzelbürger, Carl Theodor-

1839-1918, geb. te Delft, publicist. Hij maakte zich in een Duits tijdschriftartikel schuldig aan overtreding der Pruisische wet op godslastering. Hij werd vrijgesproken, schrijft m. in Over Specialiteiten (vw v, p. 601).

In de Bloemlezing door Heloïze (1876) verscheen van Wenzelbürgers hand een Duitse vertaling van een fragment uit Vorstenschool (p. 360-365). m. was zeer ingenomen met deze vertaling en verzocht Wenzelbürger ook de rest van het stuk te vertalen. In zijn brieven aan Wenzelbürger levert hij veel kritiek op *Stromers vertaling van de Max Havelaar (mei-juli 1876, vw xviii, p. 347-349 en p. 370-376). C. Vosmaer nam zijn vertaling ten dele over in De Nederlandsche Spectator en prees op 20 januari 1877 de vertaling in zijn rubriek ‘Vlugmaren’ (vw xviii, p. 622).

Wenzelbürger heeft m. waarschijnlijk in juni 1876 een bezoek gebracht. Tijdens m.'s voordrachtentournee in februari 1878, ontmoetten zij elkaar te Delft. Deze ontmoeting beviel m. niet; in een brief aan Mimi spreekt hij van de schreeuwer Wenzelbürger ‘die me verveelt’ (10 februari 1878, vw xix, p. 75-77). In de Kölnische Zeitung van 2 maart 1887 publiceerde Wenzelbürger m.'s ‘Nekrolog’ (vw xxiv, p. 215-217).