Wagenaar, Jan-
1709-1773, Nederlands ambtenaar en geschiedschrijver, auteur van de zeer uitvoerige Vaderlandsche Historie (22 dln., 1749-1759), waarin hij de staatkunde van Jan de Witt verdedigde. In 1760-1767 schreef hij in opdracht van het stadsbestuur Amsterdam in zijne opkomst, aanwas, geschiedenissen, voorrechten, koophandel, gebouwen enz. (3 dln.).
Er zijn geschiedschrijvers die aan bepaalde feiten voorbijgaan, schrijft m. in een brief aan P.A. Tiele d.d. 22 oktober 1875 n.a.v. het werk van *P. Bor. Wagenaar vergeet bijv. te antwoorden ‘op de vraag welk aandeel Willem iii had aan den moord der De Witten? Wel verhaalt-i (alsof dit niet zeer beteekenisvol was!) dat die gemeene Tichelaar 'n pensioen van Willem iii genoten heeft.’ (vw xviii, p. 53). Toch had m. bewondering voor Wagenaar, in wie hij een deelgenoot zag in zijn kritiek op *Bilderdijk. Wage-naar had nl. deze ‘eerbiedwaardigen schryver der “Vaderlandsche Historie”’ een ezel genoemd (Idee 1054, vw vi, p. 522). In een noot bij Idee 1054a schrijft hij:
‘Wat my betreft, ik zou over Bilderdyks arbeid oordelen als nu, al had hy Wagenaar de eer gegeven die den conscientieuzen man toekomt.’ (vw vi, p. 539)
Ook in de Causerieën plaatst hij deze ‘goede, vlytige, conscientieuse Jan Wagenaar’ tegenover Bilderdijk (vw iv, p. 169).