Wacht op onze daden!

sprak de staatsman *Thorbecke bij het optreden van zijn eerste kabinet in 1849 (in 1848 was hij voorzitter van de grondwetcommissie geworden), m. drijft er de spot mee in grafschrift cvi: ‘Hier lig ik met bovenmenselyke krachten,/Op “onze daden” te wachten.’ (Idee 972, vw vi, p. 195). In een noot uit 1874 voegt hij hieraan toe:

‘“Wacht op onze daden!” had de man by z'n optreden in '48 gezegd. Men kan niet zeggen dat de Natie ongehoorzaam geweest is. Gewacht hééft ze! En nog altyd doet ze niets dan dat.’ (vw vi, p. 380)