Talent
In Pruisen en Nederland schrijft m. dat talent in Nederland altijd geminacht wordt:
‘Zal 't volk geestdrift putten uit de wyze waarop te allen tyde in Nederland talent beloond is? *Vondel werd te werk gesteld (als kassier geloof ik) by de bank van Lening. *Nomsz stierf in 't hospitaal. *Fokke Simonsz was arm. *Witsen Geysbeek schynt niet het nodige gehad te hebben zyn kinderen een redelyke opvoeding te geven, want ik heb zyn zoon gekend als knecht (niet als zogenaamd bediende) in een boekwinkel, op 't Damrak te Amsterdam. *Bilderdyk leefde zeer kommerlyk. Al wat niet officieel-geleerd was, al wat niet behoorde tot wat Van Vloten “Koningsgeleerden” noemt, was by ons te allen tyde geminacht, en werd ter dood toe vervolgd door de mannen en place.’ (vw iv, p. 79)