Schimmelpenninck van Nyenhuis, Rutger Jan, graaf-
1821-1893, kleinzoon van de raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpennick (1761-1825), advocaat te Amsterdam en van 1857 tot 1868 lid van de Tweede Kamer. Onder het kabinet Van Zuylen van Neyevelt-Heemskerk in 1866-1868 was hij minister van Financiën waarna hij tot 1891 opnieuw lid werd van de Tweede Kamer. Als conservatief oefende hij scherpe kritiek uit op het liberale ‘wanbeheer’.
m. noemt hem samen met *J.J. Hasselman in een brief aan C. Busken Huet d.d. 13 maart 1868:
‘By de liberalen heb ik niets intebrengen. En ook onder deze ministers zyn er die tegenwerken - maar de hoofdpersonen zyn voor my, en zy wenschen niets liever dan ontslagen te zyn van Hasselman & Schimm.’ (vw xii, p. 712)
Aan Hasselman schrijft m. op 27 maart 1868 dat Schimmelpenninck van Nyenhuis hem ‘nog altijd voor een zeer slecht mensch houdt’, wat hij ‘vry komiek’ vindt (vw xii, p. 731).