Priesters, truffels en speelbanken
titel van een hoofdstuk uit de Millioenen-studiën, waarin m. de versregel ‘Les prêtres ne sont point ce qu'un vain peuple pense’ (Fr. De priesters zijn niet wat een oppervlakkig volk wel denkt) aanhaalt en toeschrijft aan Tartuffe, personage uit *Molières gelijknamige blijspel (vw v, p. 205). In werkelijkheid is deze versregel afkomstig uit Voltaires toneelstuk Oedipe (vw xx, p. 283 en niet uit Mahomet, zoals eerder vermeld werd in vw xiv, p. 319, xv, p. 503 en xvi, p. 527).
Het hoofdstuk opent met de mededeling dat Lodewijk xviii op dieet moest en van de dokter geen truffels meer mocht eten. Lodewijk wist niet wat hij hierop zeggen moest en citeerde daarom Molière ‘en diens armen Tartuffe: les truffes’. m. merkt hierna op dat ook speelbanken niet zijn ‘ce qu'un vain peuple pense’ (vw v, p. 205). Hij haalt deze versregel nog enkele keren aan, bijv. in een brief aan J.H. de Haas d.d. 31 januari 1880, waarin hij klaagt over de drukte rondom zijn voordrachten: ‘Die voordrachten zyn niet: “ce qu'un vain peuple pense!”’ (vw xx, p. 284).