Pierson, Allard-
Amsterdam 1831 - Velhorst 1896, Waals predikant, aanhanger van de *moderne theologie. In 1865 trad hij uit de Nederlands Hervormde Kerk, waarna hij in 1870 hoogleraar te Heidelberg en in 1877 hoogleraar kunstgeschiedenis te Amsterdam werd. Hij publiceerde talrijke werken op theologisch, letterkundig, filosofisch en geschiedkundig gebied. In 1880 verscheen Oudere Tijdgenoten, in 1887 en 1891-1893 Onze Geestelijke Voorouders (2 dln.).
Op 1 november 1865 schrijft m. aan C. Busken Huet dat hij voornemens is Piersons ‘Aan mijne laatste gemeente’, geschreven bij zijn afscheid van de Waalse gemeente te Rotterdam in 1865, te gaan lezen (vw xi, p. 511). In Idee 454 noemt hij diens brochure Onverdraagzaamheid. Naar aanleiding van een kerkelijk pro-test van drie Amsterdamsche heren (vw iii, p. 189). In een brief aan S.E.W. Roorda van Eysinga d.d. 15 december 1879 schrijft hij dat Mimi hem uit Piersons Een Levensbeschouwing (1875-1878) heeft voorgelezen. Hij bespreekt enkele passages om aan te tonen dat het een ‘prul’, ‘triviale kwakzalvery’ betreft (vw xx, p. 153-156). Ook in een brief aan H.C. Muller d.d. 23 november 1884 laat m. zich negatief uit over Pierson (vw xxiii, p. 241).