Martialis, Marcus Valerius-

ca. 40-104, Romeins puntdichter, schreef Epigrammata (12 boeken), dat het maatschappelijke leven van de toenmalige keizertijd tot onderwerp heeft.

In Idee 1199 citeert m. in zijn betoog over het verschil tussen het maken van verzen en het werkelijke dichten Martialis' uitspraak ‘Versus qui scribere potest disertos,/Nec scribit, Laberi, virum putabo’ (Eng. vert.: He who can write elegant verses should write them down, Laberus: then I shall think him a hero). Meester *Pennewip vertaalt deze regels in het ‘nederlands-olympisch’: ‘Wie mooie versjes maken kan,/Maar liever kampêchehout raspt, of utrechtse theerandjes fabriceert,/Of niemendal doet,/Is 'n hele... baas!’ (vw vii, p. 316).

m. brengt Martialis nogmaals ter sprake in een brief aan G.L. Funke d.d. 30 september 1872, waarin hij, naar aanleiding van Funkes kritiek op zijn grafschriften voor *J.R. Thorbecke, schrijft dat ‘het epigram zoo'n laag genre niet is, Martialis en *Huygens hebben er roem mee behaald’ (vw xv, p. 380).