Macaulay, Thomas Babington, lord-
Lancashire 1800-1859, lid van de Hoge Raad van Calcutta, van 1839 tot 1841 minister van Oorlog, vanaf 1830 lid van het Lagerhuis. Verder was hij een beroemd geschiedschrijver van o.a. Essay on Milton (1825), Critical and historical essays (3 dln., 1846) en History of England from the accession of James ii (4 dln., 1848-1855). Het laatste werk bestrijkt de periode 1660-1702, en beschrijft de situatie vanuit het standpunt van de Whigs.
In een noot bij Idee 452, waarin m. de wijze waarop men in studies de vaderlandse geschiedenis beschrijft, schrijft hij dat Macaulay, *Motley en *Prescott schreven als ‘partymannen’:
‘Nooit geven ze hun beschouwingen zonder politieken bysmaak. Zy vermelden niet het gebeurde, zy schryven de Geschiedenis niet, maar leveren Nederlandse theses tot huisgebruik ener Engelse of Amerikaanse Staatsparty’, en als ‘schryvers’: ‘Styl, talent, dramatisch effect, dit alles dringt zich zó op den voorgrond, dat er waarlyk niet veel plaats overblyft voor de behandelde feiten.’ (vw iii, p. 406-407; *(Geschied)-schrijvers)
In een bief aan P.A. Tiele d.d. 9 december 1877 noemt m. Macaulay een ‘gewetenloos verkrachter van de waarheid’ (vw xviii, p. 765).