Ebers, Georg Moritz

1837-1898, Duits romanschrijver, egyptoloog, hoogleraar te Leipzig. Zijn bekendste roman is Eine ägyptische Königstochter (1864).

In januari 1879 las Mimi m. Ebers' Homo sum (1878) voor, dat door C. Vosmaer in één van diens ‘Vlugmaren’ hogelijk geprezen was (vw xix, 235, 237). m. noemt het boek ‘ellendig’; Warda (1877) kon hij niet uitlezen (brief aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch d.d. januari 1879, vw xix, p. 657). Ook in een brief aan W.A. Paap, die Ebers' romans had veroordeeld in De Nederlandsche Spectator, verwoordde m. zijn afkeur van het werk van deze ‘knoeier’. Hij maakt echter een uitzondering voor Eine Frage (Stuttgart, 1881), dat hij een ‘alleraardigst kunststukje’ noemt, maar waarbij hij zich direct afvraagt of het als kunststukje is geschreven of dat Ebers niet in staat is om ‘sober, eenvoudig, waar te zyn’ (vw xxi, p. 374; cf. brief aan Funke d.d. 28 juni 1881, vw xxi, p. 353-357; *Theocritus).