Duizend en eenige hoofdstukken over Specialiteiten
Door acute geldnood gedreven hoopte m. begin 1871 een feuilleton voor het tijdschrift Onze Eeuw te leveren. Materiaal hiervoor - zoals blijkt uit zijn memoriaal - was al voorhanden (vw xiv, p. 264). De publikatie ervan ging echter niet door, maar door bemiddeling van *Van Plettenberg kwam het werk op 30 mei 1871 bij de Delftse uitgever J. Waltman Jr. uit (vw v, p. 481 e.v.). Een tweede, uitgebreide druk kwam pas in 1879 van de pers.
Met de oproep ‘De roeping van de mens is Mens te zyn’ eindigt m. zijn filippica tegen het soort ‘specialiteiten’ (specialisten) dat zich van zaken buiten het eigen vakgebied gelegen afsluit, en dat zich zo, aldus m., elk recht op bemoeienis met zaken van algemeen belang ontzegt. Hij illustreert dit met de levensgeschiedenis van ‘Jonker Frits’ en in duizend-en-één soortgelijke geschiedenissen (in hoofdstuk vmv), die echter door de uitgever gesupprimeerd zijn. Hoewel het werk specialiteit-bakkers, juristen, straatvegers, wijsgeren etc. behandelt, is het vooral een aanval op de Nederlandse politiek en de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer, die slechts hun eigen kiesdistricts-belangen en stokpaardjes vertegenwoordigen, en het algemene landsbelang verwaarlozen.