Douwes Dekker, Engel-

1842-1906, neef van dd., zoon van Pieter, vertrok in 1860 naar Indië, waar hij zich op de tabaksplantage van oom Jan voorbereidde op het groot-ambtenaarsexamen. Hij werd in 1873 controleur te Kedoe en in 1874 directeur van de Nillmij (Nederlands Indische levensverzekering- en Lijfrentemaatschappij). In 1881 keerde hij in ernstig overspannen toestand met ziekteverlof naar Nederland terug. In oktober 1881 en in april 1882 bezocht hij dd. en Mimi te Nieder-Ingelheim, waarna hij weer naar Indië vertrok. In 1891 kwam hij voor de tweede maal naar Nederland terug. Op deze reis ontmoette hij dd.'s zoon *Edu te Milaan, die hij enige financiële hulp gaf.

(Lit. Pée, Multatuli en de zijnen, 1937, p. 343)