Don Juan en Dimanche
parabel van m. in de Minnebrieven (vw ii, p. 90-92), geschreven n.a.v. het blijspel Don Juan (1665) van *Molière. Bij Molière is Don Juan een grote heer, vrouwenversierder, spotter met God en zijn geboden, onbeschaamd en gewetenloos. Tegen het einde van het verhaal besluit hij zich aan te sluiten bij de vromen, om op die manier ongestraft zijn losbandige leven te kunnen voortzetten. Molières toneelstuk is een aanval op de huichelende hofhouding. Daarnaast rekent het af met de aartsbisschop van Parijs, die de gelovigen verboden had de uitvoering van Tartuffe bij te wonen, en met het parlement, dat de opvoering van dit stuk had verboden. m.'s ‘Don Juan en Dimanche’ is een variant op de geschiedenis van Don Juan: ‘het is goed dat ik geen Molière meer heb. Dan zou ik misschien naschryven, en dat verveelt me zo’. De arme Mr. Dimanche komt met zijn kleermakersrekening, die hij niet kan betalen, bij de rijke Don Juan. Deze had echter zo'n ‘plezier’ in het praten van Dimanche, ‘dat hy verzuimde te antwoorden op diens verzoek om betaling van de rekening’, en hem in plaats daarvan onsterfelijkheid beloofde. Zo wordt ook m. geprezen, maar brood op de plank is er niet.