Demmin, August-
1823-1898, geb. te Berlijn, studeerde archeologie te Parijs, auteur van Encyclopédie historique, archéologisque, biographique, chronologique et monogrammatique des beaux-arts plastiques, architecture et mosaïque céramique, sculpture, peinture et gravure (3 dln., Paris, 1873-1874).
m. ontmoette hem te Wiesbaden, toen Demmin wegens de Frans-Duitse oorlog Parijs had verlaten (Maria Anderson, Uit Multatuli's leven, Utrecht, heruitgave 1981, p. 60).
m. voert hem op in het hoofdstuk ‘Vieux-Delft en moraal’ van de Millioenen-studiën (vw v, p. 217-226), overigens zonder diens naam te noemen:
‘Myn nieuwe kennis was een Duitser, die sedert dertig jaren Parys bewoonde, en in die stad, naar-i me verzekerde, een museum bezat, dat 'n half millioen franken waard was. Uit Parys verdreven by 't begin van den oorlog, wachtte hy den vrede af, om zodra mogelyk zyn schatten over te brengen naar 'n beschaafder land.’ (vw v, p. 216)
In de Millioenen-studiën vindt dit personage het spel aan de speelbanken onzedelijk, maar hij koopt wel voor een luttel bedrag een huis in Delft vanwege de tegels op de schouw die meer waard zijn dan het huis kost. Natuurlijk hield hij deze kennis voor de eigenaar verborgen. m.'s reactie hierop:
‘“Ik” zoekt z'n voordeel. “Wy” is moralist. “Wy” dweept met deugd, eer, onbaatzuchtigheid. “Wy” is hogepriester, martelaar, apostel, profeet. “Wy” draagt 'n onbevlekt kleed van hermelyn... Maar: ik... ik...ik? Dat 's wat ánders! Satisfaction de collectionneur!’ (vw v, p. 222-223)
In een brief aan C. Vosmaer d.d. 30 augustus 1883 schrijft m.:
‘Een verfranschte Duitscher (de man van “Vieux Delft & Moraal” in de Mill. Stt. [Millioenen-studiën] had eens m'n Specialiteiten in handen. Natuurlijk kon hij perfect hollansj lezen. Hij vond alles “hiel geut en moi”, maar had toch één aanmerking. Ik had 'n fransch spreekwoord niet goed aangehaald. Het was niet: “C'est mal étreindre que d'embrasser trop peu.” Men moest zeggen: “qui trop embrasse, mal étreint.” Zóó wàs het!’ (vw xxii, p. 729; *C'est mal étreindre)