Cohen Stuart, Abraham Benjamin-

1825-1876, Oostindisch ambtenaar, kenner van het Maleis, Javaans en Kawi, verzorgde in 1860 een Nederlandse bewerking van de *Brata Yoeda. In februari 1876 kreeg hij een eredoctoraat aan de Rijksuniversiteit Leiden.

In juni 1873 mengde hij zich in de briefwisseling tussen zijn zoon, *J.W.T. Cohen Stuart, en m. Hij schrijft m. uitgebreid over zijn zoon en deelt mee dat hij niet gesteld is op de invloed die m. op zijn zoon heeft, waarbij hij tevens kritiek levert op m.'s denkbeelden en geschriften (vw xvi, p. 41-45). In december 1873 publiceerde hij het polemische artikel ‘Waarheidszin’ in De Vrije Gedachte (slot opgenomen in vw xvi, p. 347-350). In een noot bij Idee 655 antwoordt m. dat het hem spijt dat zijn vriend S.E.W. Roorda van Eysinga in de Sneeker Courant (vw xvi, p. 400-406) Cohen Stuart beantwoord heeft, omdat hij het niet nodig acht ‘dat men den eersten den besten Jokrisse in 't leven spreekt, die zonder scha kon doodgebleven zyn’ (vw iv, p. 686). In antwoord op deze noot schrijft Cohen Stuart de brochure Multatuli en Jocrisse (1874). In 1876 voegt m. aan bovengenoemde noot de vraag toe of het toeval is dat Cohen Stuart kort na het verschijnen van zijn hatelijke brochure benoemd is tot doctor honoris causa in de letteren (vw iv, p. 687).