Bijbelhotel

van half mei tot eind juni 1864 verbleef m. met een onderbreking van 18 dagen in Amsterdam, waar hij overnachtte in het Bijbelhotel. The old Bible, English and American hotel, zoals de officiële naam luidde, was gevestigd aan de Warmoesstraat J. 563. Volgens een mededeling van Mimi zou de waard m. eruit gezet hebben omdat hij geen wijn aan tafel dronk en dus onvoldoende verteerde (vw xi, p. 340). Op 17 mei schrijft m. Mimi over het hotel:

‘Ik ben in 't beste logement en heb de prettigste kamer die ik nog ooit ergens gehad heb. Dat ik hier aanlandde was toeval, maar 't kon niet beter treffen. Men is hier prevenant voor me, en alles is goed. Vast groeien zal ik hier niet, want ik kan hier goed werken en zal weldra geld hebben eerst voor huis, dan voor my...’ (vw xi, p. 302)

De rekeningen van het hotel zijn opgenomen in vw xi (p. 325-326 en 341-342). m. spreekt in een brief aan Mimi d.d. 9 juni van logeren ‘in den Bybel’ (vw xi, p. 327), op donderdag 30 juni schrijft hij haar: ‘Ik ga den bybel uit en zal belanden by Meyer op een zol-der’ (vw xi, p. 340). Nog diezelfde week verhuist m. naar de door de Dageraadsmannen vertimmerde zolder boven de zaak van de firma R.C. Meijer (*d'Ablaing van Giessenburg) in de Kalverstraat E 246.