Valette, Gerard Johannes Petrus de la-
1853-1922, noemde zich later De la Valette, Oostindisch ambtenaar en prozaschrijver. Hij was verzwagerd met Couperus. Tijdens zijn Europees ziekteverlof ontmoette hij m. toen deze op 22 januari 1880 een voordracht hield in Den Haag. Een omvangrijke briefwisseling volgde. Eenmaal teruggekeerd in Indië, overkwam zijn gezin een reeks van persoonlijke tragedies (cf. brief aan m. d.d. 16 januari 1883, vw xxii, p. 525-256). In 1898 werd Valette resident van Tegal, in 1899 van Pasoeroean en in 1907 werd hij gepensioneerd voorzitter van het Syndicaat van Suikerfabrikanten te Soerabaja. Twee jaar later keerde hij terug naar Nederland, waar hij vele artikelen schreef voor diverse tijdschriften, o.a. onder het ps. Tertius in het Koloniaal Tijdschrift. m.'s brieven aan Valette uit de jaren 1880-1882 werden, samen met Valettes ‘herinneringe aan Dek’, gepubliceerd in De Gids van 1910 (ii, p. 387). Valette schrijft hierin dat m. zijn ‘schitterende voorganger’ was, voor wie hij ‘een eerbiedige erkentelijkheid’ hield. *De Portefeuille