Max-Havelaarfonds

gesticht in 1910 met geld dat overbleef van de festiviteiten rond de Multatuli-herdenking van dat jaar. Het fonds stelde zich ten doel een bijdrage te leveren aan ‘de stoffelijke en geestelijke verheffing van Insulinde’. Het fonds kende echter geen bloeiend bestaan, al meldde het Algemeen Handelsblad op 23 oktober 1913 wel dat er zeven inlanders gebruik van maakten door op kosten van het fonds te studeren. In datzelfde jaar richtte jhr. W.H.W. de Koek zich tot de minister van Koloniën om deze te bewegen de subsidie aan het fonds stop te zetten, omdat het boek waarnaar het fonds genoemd was, leugenachtig en lasterlijke voorstellingen over Indische ambtenaren bevatte. Vanaf 1923 kwam de subsidie nog slechts als memoriepost voor op de begroting. In 1931 werd het fonds opgeheven.