Locke, John-

1632-1704, Engels wijsgeer, natuurwetenschappelijk idealist en psychologisch empirist, grondlegger van de moderne opvoedkunde. Zijn hoofdwerk is Essay concerning human understanding (1690). In 1682 vergezelde hij de zoon van Ashley Cooper, graaf Shaftesbury, naar Holland. In 1688 keerde hij met de prins van Oranje naar Engeland terug. In de Ideeën 778 en 779 roemt m. Locke en noemt diens Essay concerning human understanding:

‘Als voorbeeld van beter inzicht, wys ik op den engelsen wysgeer Locke, die - als de meeste van z'n landgenoten, op bespiegelend terrein - zich evenzeer voor hirngespinstige duitse verwardheid, als voor de banale oppervlakkigheid der Fransen heeft trachten in acht te nemen. Locke is gemeenzaam zonder platheid, degelyk zonder jacht op klassieken tint. In één woord: Locke is bruikbaar, een vry zeldzame hoedanigheid in hen die men gewoonlyk wysgeren noemt. (...) Locke, zwygend nadenkende terwyl de anderen zich uitputten in de poging om hun gevoelens te doen zegevieren, bemerkte dat de moeilykheid lag in het verschillend gebruik van de woorden, en dat men elkander niet verstond. Deze opmerking in een byzonder geval, verheffende tot algemene thesis, klom hy op tot den oorsprong van onze denkbeelden, onderzocht de bronnen waaruit zy vloeiden, en toonde den invloed aan, dien het misbruiken van woorden op ons redeneervermogen heeft.’ (vw iv, p. 500-501; cf. Idee 773, vw iv, p. 495-496; *voordrachten)

Hij eindigt Idee 779 als volgt:

‘Niets is algemener dan wanbegrip... Ik nodig ieder wien dit verschynsel treurig voorkomt, met verwyzing naar Locke's opmerking uit, de kwaal naar vermogen te bestryden: door zich als spreker of schryver toe te leggen op juistheid van uitdrukking, door als lezer of hoorder zich te oefenen in juist verstaan, door in géén hoedanigheid genoegen te nemen met zinneloze praat.’ (vw iv, p. 501)