Kerkelijke belasting

verplichte belasting van de kerkgenootschappen in Duitsland, volgens een percentage op de inkomstenbelasting geïnd. In een noot bij Idee 894 schrijft m. over zijn voorkeur van de Duitse kerkelijke belasting boven de Nederlandse:

‘De “Kirchensteuer” namelyk wordt omgeslagen door de kerkelyke-gemeentebesturen, waaruit volgt dat het ieder vrystaat zich aan de betaling daarvan te onttrekken. (...) Toen de “Vorstand” der protestantse gemeente te Wiesbaden my 'n aanslagbiljet toezond - ik weet niet naar welke aanleiding, want ik had me nooit voor “evangelisch” uitgegeven, gelyk hier de officiële benaming van de protestanten is - vroeg ik dien Kerkeraad schriftelyk of ik volgens de wet verplicht was, my voor een der hier bestaande gemeenten te verklaren? “Ik ben geen Christen, betuigde ik, maar als ik door de wet genoodzaakt word my aan 'n bepaalde gemeente aan te sluiten, dan kies ik - onder protest tegen den dwang - 't katholicismus. Geenszins omdat ik me ver-enig met de leerstellingen van die kerk, maar omdat ze goedkoper is, naar ik verneem.”’ (vw iv, p. 711)

m.'s brief werd niet beantwoord. Het jaar daarop ontving hij wederom een aanslagbiljet. Hij herhaalde toen zijn vraag, waarna men hem verder met rust liet.