Hortense de Beauharnais
1783-1837, stiefdochter van Napoleon, trouwde in 1802 met Lodewijk, de latere koning van Holland. Haar zoon werd Keizer Napoleon iii. Zij beoefende de muziek en de dichtkunst en componeerde verschillende romances. Aan haar wordt de melodie bij de tekst ‘Le Beau Dunois’ van A. de Laborde toegeschreven. Het lied werd ge-zongen in de schouwburg tijdens Napoleons bezoek aan Amsterdam.
m. spreekt in de Woutergeschiedenis van de ‘lyzige melodie van den dapperen Dunois’ (*J. de Dunois) en van ‘koningin Hortense's prachtstuk’ (Idee 1179a, vw vii, p. 249 en 251). Een jonge kanarie van *Ornis kon de melodie ook al fluiten, lezen we in Idee 438 (vw ii, p. 639).
De tekst van het lied is integraal afgedrukt in H.H.J. de Leeuwe, ‘Multatuli en de muziek iii’ in Over Multatuli, 1991, nr. 27, p. 42-43.