Greift nur hinein ins volle Menschenleben
regel uit *Goethe's ‘Vorspiel auf dem Theater’ (in Faust i), waarin de schouwburgdirecteur met de toneeldichter en de nar spreekt over de vorm en inhoud van de toneelkunst. In Idee 526 neemt m. deze regels op, waarna hij vervolgt:
‘Goed. Maar daarby behoort, dat men dat ingrypen dan ook doe[t] in ogenblikken waarin 't ons schikt, in stemmingen die ons bekwaam maken om dezen of genen indruk op te vangen en weer te geven. Het zit niet alleen in de keus van ons onderwerp - dat volle mensenleven! - maar tevens in in ons “grypen”.’ (vw iii, p. 329)
‘Greift nur hinein in schimlig-muffe boeken’ heeft Goethe niet gezegd, aldus m. in Idee 1262, ‘want er is veel onwaars onder de kunstregels die hy met stilzwygen voorbygaat’:
‘De man schynt er op gerekend te hebben dat er te allen tyde overvloed aan letterprofessors wezen zou, die by gebrek aan eigen degelyk werk, zich bezighouden met geleerde pogingen om 't schryflustig jonge volkje van den wal in hun compileersloot te helpen.’ (vw vii, p. 575)