Gevers Deynoot, jhr. Willem Th.-
1808-1879, Nederlands politicus, lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland, vanaf 1852 lid van de Tweede Kamer. Auteur van Herinneringen eener reis naar Nederlandsch-Indië in 1862 (1864).
Volgens de Handelingen van de Staten Generaal, 1862-1863, p. 512, zei Gevers Deynoot op 8 januari 1863, met betrekking tot zijn reis naar Indië:
‘Geheel onpartijdig en volkomen belangeloos heb ik getracht zooveel mogelijk kennis van Nederlandsch Indië te verkrijgen. Dit mag ik nu reeds zeggen, dat mijn oordeel daarover, tot mijn leedwezen, niet gunstig zal zijn. Ik weet het: obsequium amicos, veritas odium parit [inschikkelijkheid maakt vrienden, waarheid maakt vijanden, Terentius, Andria i, 1, 41 (68)]. Maar het zal mij niet weêrhouden om hulde aan de waarheid te brengen. Er verscheen in ons Vaderland voor weinige jaren en boek dat veel sensatie verwekte. Dat boek bevat veel waarheid, ja te veel waarheid, en toch is daarin niet alles gezegd. Nederlandsch Indië heeft meer dan ooit behoefte aan een vast stelsel van bestuur, aan eene herziening van het bestaande, aan een goede regeling voor de toekomst’.
De (ad interim-) minister van koloniën Betz antwoordde hierop dat ‘bij de behandeling eener credietwet toch kunnen geene regeringsbeginselen ter sprake komen; want anders deed men beter, onmiddellijk eene definitieve begrooting voor te stellen’. In 1864 reageert m. hier als volgt op in een noot bij Idee 452: ‘dáárvan neem ik acte, dat die kamer alweer gezwegen heeft op die verklaring. Alsof er dan op zulke getuigenis niet iets moest volgen!’ (vw iii, p. 179). Ook in Nog eens: Vrye Arbeid brengt hij deze verklaring van Gevers Deynoot ter sprake (vw v, p. 388).