Franse rijmen

In 1864 schreef *Dumas père in Le petit journal een prijsvraag uit over eindrijmen, waarop 220 inzendingen binnenkwamen, teveel om binnen de gestelde tijd gelezen en beoordeeld te worden. Er werd daarom besloten geen prijs uit te reiken. Dumas was verbaasd over het feit dat Frankrijk zoveel dichters herbergde. In Idee 693 neemt m. Dumas' reactie over:

‘“'t Is zonderling, schreef Dumas, dat ieder meent te kunnen meedoen, zodra er sprake is van letterkundigen arbeid. Iemand die geen onderwys had genoten in harmonieleer of tekenen, zou toch niet naar den prys dingen, die uitgeloofd was voor 't schoonste muziekstuk of de beste schildery. Maar verzen...”’ (vw iv, p. 418)

Ook m. leverde een gedicht, getiteld ‘Ah! cachez votre esprit!’ (‘eindrymelary’ - ‘de slechtste niet’), dat door Dumas met een aantal andere inzendingen werd gepubliceerd in Bouts-rimés (Parijs, 1865; vw iii, p. 563). In licht gewijzigde vorm, en voorzien van bovengenoemd commentaar, werd het gedicht opgenomen in Idee 693 (vw iv, p. 418-419). Verder verscheen het in enigszins gewijzigde vorm in m.'s Bloemlezing (Amsterdam: R.C. Meijer, 1865, p. 231-232).