Claudius, Matthias-

1740-1815, destijds populair Duits letterkundige en dichter, van 1771 tot 1775 redacteur (onder ps. Asmus) van het tijdschrift Der Wandsbecker Bote. Hij wordt door m. in Idee 1052b van ‘bitter lyden aan wurmstekigheid’ beschuldigd (vw iv, p. 485).

m. citeert tweemaal diens ‘Wiegeliedje’: ‘En hadt gij ook zijn neus niet regt,/Heb toch een hart als hij.’ (Tollens, Liedjes van Matthias Claudius, Leeuwarden, 1832, p. 74) (brief aan J. van Vloten van wsch. 19 juni 1864, vw xi, p. 336 en brief aan J. Zürcher d.d. 6 januari 1886, vw xxiii, p. 539). In de laatste brief noemt hij ‘die tournure niet slecht, volstrekt niet!’. In Over Specialiteiten spot hij dat gewezen dominees schrijven ‘met een sausje van zoeterig-vieze gemoedelykheid - liefst in Wandsbecker-Bote-maniet, of iets van dien aard als 't maar terdege namaak is - waardoor slechts onnozelen zich laten foppen (...)’ (vw v, p. 625). *Hebel