Chresos

burgemeester van een dorpje in *Béotië in het tweede sprookje van Minnebrieven (vw ii, p. 104). Chresos, die graag op de luit speelt, verdedigde zijn dorp tegen rovers die echter onder bescherming stonden van de overheid van de hoofdstad Thebe. Hij verschafte zich met moeite toegang tot de Areopagus, het hoogste gerechtshof in het Oude Athene, in de waan verkerend dat er sprake was van een misverstand. Dit hof veroordeelde hem na lang wachten echter ‘tot de luit, en de kosten van 't proces’. Het slot van het sprookje luidt: ‘Die Areópagus was omgekocht en heette nederland’ (vw ii, p. 105).

Chresos staat voor Max Havelaar, Béotië voor Indië en Thebe voor de regering in Den Haag, die m. veroordeelt tot het schrijven van aardige stukjes: ‘Chresos moet liedjes zingen’ (Idee 1065, vw vi, p. 691).


Het is een quasi-griekse naam, door Multatuli waarschijnlijk afgeleid van Grieks: χρή: het is plicht; dus: de plichtsgetrouwe. (VW)