Chateleux, Jean Joseph Moïse de-

26 oktober 1815 - overl. na januari 1868, geb. te Groningen, werd in 1831 militair en vertrok in 1834 naar Oost-Indië. Hij werd in 1838 eerste luitenant en in 1842 kapitein. Na zijn pensionering in november 1848, keerde hij terug naar Nederland, waar hij zich vestigde in Maastricht.

Hij was in Padang bevriend met dd., toen hij aldaar geïnterneerd was als kapitein der artillerie. In noot 99 (1881) bij de Max Havelaar vertelt m. hoe De Chateleux hem eens 's nachts liet wekken om afscheid te nemen van hun beider vriend *Beyerman (vw i, p. 343). In 1857 stuurt De Chateleux voor dd. diens toneelstuk De Eerlooze (later getiteld De Bruid daarboven) ter beoordeling aan J. van Lennep (vw x, p. 48, 57). Toen dd. en Tine in september 1859 uit de herberg in Visé werden gezet, ontfermde De Chateleux zich in Maastricht over Tine en de kinderen. Hij hielp hen aan geld, waarmee het gezin naar Antwerpen trok.