Bremer, Frederika-
1801-1865, Zweeds romanschrijfster, afkomstig uit Finland. Zij geldt als een pionierster voor de vrouwenrechten. Zij schreef romans waarin veelal de huiselijke kring wordt geschilderd, daarnaast publiceerde zij verslagen van haar vele reizen. Haar werk genoot grote bekendheid en had grote invloed.
Haar roman De stiefzoon. Een verhaal werd in 1849 in het Nederlands uitgegeven door P. Kraay, in een vertaling (uit de Engelse vertaling, getiteld The midnight sun; oorspronkelijke titel: Midsommarresan) van C.M. Mensing. Over dit boek schrijft m. in zijn ‘Brief aan A.C. Kruseman’:
‘Ook aan uitwendige avonturen heeft het mij niet ontbroken. Mijn eerste roman zal eene autobiographie wezen, - maar het inwendige is de hoofdzaak. Zie daarover eens na fr: Br: de Stiefzoon pag 75. Wat ze daar zegt, - ze kon het wat mooijer gezegd hebben & ik schonk haar daarvoor eenige douzijnen middernachtszonnen, - wat ze dáár zegt is waar. - Nieuw is 't alweêr niet, zoo als bijna alles.’ (25 februari 1851, vw ix, p. 118)
In ‘Max Havelaar aan Multatuli’ lezen we dat Amsterdammers weliswaar Walter Scott, Notre Dame de Paris, Frederika Bremer en Grandison gelezen hebben, maar dat het schoonheidsgevoel van de Amsterdammers niet ontwikkeld is (vw i, p. 458, ook opgenomen in vw iii, p. 336).