Borger, Elias Anne-

1784-1820, geb. te Joure, theoloog, classicus en dichter. Hoogleraar theologie en vanaf 1817 hoogleraar Griekse letterkunde en algemene geschiedenis. Zijn bekendste gedicht is ‘Aan den Rijn in de lente van het jaar 1820’ (1821).

m. noemt dit gedicht in de Millioenen-studiën:

‘Van de tien hedendaagse jongelieden is er ternauwernood één die nog weet wat het woord “bepalen” betekent, en Borgers schone regel: En 't vorst'lyk rechtsgebied bepaalt! is tot onzin geworden.’ (vw v, p. 160)

In Idee 704 vermeldt hij dat de uitdrukking ‘wel Edele heren en mevrouwen zondaars en zondaressen’ naar men beweert van Borger afkomstig is. In een voetnoot voegt hij hieraan toe dat deze ‘preker zeer in de mode’ was en dat hij het ‘pikant’ vond om ‘z'n deftig auditorium uit te borstelen, dat dan met 'n “heel mooi!” naar huis ging’. Veel prekers, o.a. *Bourdaloue en *Massillon, maakten gebruik van deze tactiek, vervolgt m.:

‘Daarby is niet het minste gevaar, omdat by zulke gelegenheden ieder hoorder de ontvangen berisping endosseert op z'n buurman. Ze kan dus nooit te scherp, te ruw, te plomp wezen.’ (vw iv, p. 434)