Multatuli.online

10 juli 1879

Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch. Enkel velletje geruit postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (M.M.)

Wb. 10 Juli 1879

Waarde Van den Bosch, ik heb uw brief met den inhoud wèl ontvangen, en ik ben u als altyd zeer dankbaar voor uw hulp. Maar ik voel me ziek, of ben ziek. Ik weet het niet! Beschryven kan ik den toestand van myn gemoed niet. Als ik dàt kon, zou ik beter wezen, of ik zou beter moeten zyn om dat te kunnen. Ik peins en mymer doelloos, lees alles door elkaar. Aanhoudend [1.] Aanhoudend: oorspr. stond er Telkens. tracht ik me te herstellen door me toeteleggen op iets exacts, op stipt onderzoek, iets meetkunstigs maar ik dwaal telkens af. Sedert zeer lang reeds wilde ik u zoo gaarne goed en hartelyk en uitvoerig schryven maar ik kan niet. Vergeef me. Ik ben niet wel.

Uw liefhebbende vriend

Douwes Dekker

't is zoo verdrietig! Dit briefje kostte my al zoveel inspanning dat ik er zenuwachtig van ben.