Augustus 1877
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Wb Aug 77
beste Funke, Ik ben onwel. Moreel of fysiek of beide, ik weet het niet. Ja toch wel, maar de analyse is me te moeielyk en te droevig. Uw beide briefkaarten, een uit Delden en een uit Amst heb ik wel ontvangen. Ik had zoo graag op den eersten, waarin ge zoo vriendschappelyk vraagt wat van my te hooren, breedvoerig geantwoord, maar al m'n antwoord zou maar verdrietig seuren zyn. Toch zal ik u 'n langen brief schryven zoodra ik kan. Ik ben nu zoo ellendig dat zelfs 't houden van de pen me te veel is.
Ik had dat slot bundel V wel gezonden, 't waren maar weinig regels en 'n nootje dat ook niet lang was, maar ik ben nu te beroerd om 't overtemaken. Ik voeg [1.] voeg: oorspr. stond er schrijf. dus hierby alleen de tekst tot sluiting van den bundel.
Och vergeef me m'n lam schryven. Ikzelf heb er zooveel verdriet van. Ik wou dat ik 'n ziekte had die men noemen kon, of die ik noemen kon zonder 'n ontleding waartoe ik me niet in staat voel.
Hartelyk met de Uwen gegroet
tt
DD
Dank voor 't pakket, waarin de boekjes van V. Lennep.
Is 't uw loopjongen de moeite waard voor zich zelf die bon van Koster interuilen?
Of misschien voor de kinderen?