16 december 1876
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (½) beschreven. (M.M.)
Met gedrukt kopje G.L. Funke Heerengracht bij de Hartenstraat, 242.
Amsterdam, 16 dec. 1876
Waarde Dekker! Het ex. der Bloemlezing voor Ds. van Waning Bolt zal wel terecht zijn gekomen. Zijn broeder is chef de bureau op een kantoor een paar huizen van mij af op de Heerengracht. Toen ik bij dezen liet vragen om 't juiste adres, heeft hij 't pakje gehouden met de belofte voor de bezorging te zullen waken, daar hij toch iets aan zijn broêr te zenden had.
Weet Ge ook waar tegenwoordig woont de Hr Th. Op de Coul? [1.] Blijkbaar was het Funke niet ter ore gekomen, dat Theo Op de Coul op 17 maart 1874 was overleden. Zie V.W. XVI, blz. 479. De 3e aflev. van bundel VII is eerst naar Helmond, van daar naar Brussel gegaan en toen hier terug gekomen. Zie bijgaand adres. Voor ik een compleet stel aan Mr Jongen zend, meen ik U attent te moeten maken op 't feit dat ik hem al dikwijls iets namens U heb gezonden, zoodat 't mij niet zou verwonderen wanneer hij reeds alles van U had. Zoudt Ge dus niet vooraf eens informeren òf en wàt hij mist? 't Kon zijn dat Ge vergeten waart dat hij geregeld door U bedacht werd!
Geef U geen moeite mij de bulletins van Jongen te zenden tenzij hij iets uit boeken of tijdschriften geeft. Al wat in couranten voorkomt, lees ik trouw.
Mijn wijfje is blij dat haar briefje U beiden aangenaam stemde en hoopt even als ik recht hartelijk dat Mimi's soepen en verdere lieve zorgen U weêr gauw overeind zullen helpen. Weest beiden vriendelijk van ons gegroet en alles liefs gewenscht
tt G L F