Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

22 september 1874

van

Multatuli

aan

G.L. Funke (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)

terug naar lijst

*22 september 1874

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. (Pée 1937, blz. 203-204.)

Wiesbaden, 22 September 1874.

Waarde Funke!

Uit Italië geen letter! Daar zitten ‘vrienden’ achter. Maar de toestand is zoo gecompliceerd dat ik niet weet wat ik doen moet. Mimi had willen gaan om Non te halen, maar dat kan nu niet omdat er misschien vaderlyk gezag zal noodig zyn. Als ik Eduard telegrafeer: breng Non, 't zy tot hier, 't zy tot Verona, Innspruck of Munchen, weet ik niet of hy 't doet. Hy kan zich beroepen op gebrek aan geld. En als ik hem 't geld zend waarmee ik de reis moet doen, riskeer ik dat-i 't geld gebruikt voor andere zaken, en Non toch niet begeleidt.

Uit 'n telegram van z'n patroons van Vrydag, weet ik dat myn brieven en telegrammen ontvangen zyn. Heden voor 't laatst wacht ik op antwoord... Neen, ik weet niet. Want eergister en gister schreef ik Nonni. Zy zal wel antwoorden, denk ik. Dat zy niet schreef, was zeker omdat ze meende dat Edu 't gedaan had. M'n toestand is on-dragelyk. Als 't lang duurt, is 't geld dat ik voor de reis noodig heb, weer aangebroken.

Maar, hoe dit alles zy, daar zitten ‘vrienden’ achter. Reeds merkte ik daarvan een spoor. Wees dus zoo goed bygaande annonce in een paar kranten te zetten. 't Is me zeer onaangenaam, maar 't moet.


Door 'n samenloop van treurige omstandigheden, en naar aanleiding van zekere symptomen, welker boosaardige strekking my maar al te zeer bekend is, voel ik my gedrongen by dezen aan zoogenaamde ‘vrienden’ te verbieden, zich buiten my om met m'n kinderen te bemoeien.
Douwes Dekker, Multatuli.

Wiesbaden, 22 September 1874.

Ik kreeg daar 'n brief van Vosmaer waarin hy o.a. schryft over u. Heel goed. Voor portretten zal ik m'n best doen, want het hangt niet van my af, geloof me. En doe met m'n werken wat ge wilt. Ik geef u plein pouvoir, en zal me met de uitgave (splitsing, verzameling, weet ik het?) niet bemoeien: ga je gang!

Hartelyk gegroet,

t.à.v.

Douwes Dekker.

Ik schreef zoo-even een brief aan Vosmaer. Ik verzoek hem die aan u ter lezing te zenden. 't Is nuttig dat gy weet hoe zekere zaken in elkaar zitten! En 't doet me zóó zéér, dat alles nóg eens te schryven. Och, 't is ook voor Mimi zoo hard. Zy verheugde zich zoo innig in 't vooruitzicht Non by ons te zien om haar zoo gelukkig mogelyk te maken. Ik weet dat geen offer haar te groot zou zyn. Is 't niet vreeselyk dat ‘vrienden’ haar die taak moeielyk maken? Want de strekking is, myn kinderen tegen my en haar intenemen, tegen háár die voor 4 jaren 'n erfenisje geheel gebruikt heeft om Tine en de kinderen by my te doen zyn!

Dinsdag middag.

Weer een postbestelling voorby. Geen bericht! Ik moet die annonce schryven.

Nog weet ik niet of ik antwoord zal wachten op m'n schryven aan Non. Begryp goed wat de zaak is. Als ik haar appointeer te Munchen, te Innspruck of wáár ook, en ze komt niet, dan zit ik daar vast. En ga ik zelf dóór tot Padua, riskeer ik dat men ze van daar heeft weggezonden. Dan zit ik dáár. Ook bestaat de mogelykheid (dit geloof ik nu niet, maar ik dacht het gister nog) dat Eduard op myn brieven haar brengt, en me voorby spoort.

Wat 'n verwarring! Voel je hoe hard het is, als men niet kan rekenen op z'n eigen kinderen?

Men wendt voor in hún belang te handelen. Men stookt ze tegen my op, en belet juist dáárdoor my voor hen te zorgen. En dát wordt dan weer aangevoerd als bewys dat ik 'n slecht mensch ben!

Wat moet ik nu in godsnaam met Eduard doen? Ik verzeker je dat ik er tegen opzie hem te ontmoeten. Want, als ik m'n gemoed over z'n gedrag lucht geef, zal hy tegen Non zeggen: ‘Zie je wel dat Dek niet goed voor ons is!’ Ook 't by ons nemen van Non is nu reeds 'n minder liefelyk vooruitzicht dan 't den eersten dag scheen! De taak van Mimi is nu dubbel zwaar!

't Zenden van vel 1 Havelaar wacht op beslissing over de plaatsing der noten! Uw idee is wel juist maar er zyn bezwaren. Ik kan dit op 't oogenblik niet beslissen, zegge op dit oogenblik. Ik moet alles doorbladeren en my de noten voorstellen. Sommigen zouden onder de bladzyde kunnen, anderen niet.