1 mei 1873
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Wiesbaden 1 Mei 1873
Waarde funke, Ik ben niet heel wel. Weer Diarrhee, en - zenuwachtig van de zaak te Atjin. Ik kan 't niet uit m'n zinnen zetten, en toch vind ik telkens beter er op dit oogenblik niet over te schryven. Maar 't kost me moeite de praatjes van Fr. v.d. Putte onbeantwoord te laten. En de zonderlinge inschikkelykheid van Kamer en Natie die te gelykertyd gelooft dat we sedert '24 zooveel reden tot klachte over Atjin hadden en: dat in de laatste troonrede al die redenen op-eenmaal weer niet bestonden. Soit! Maar ook behalve dat ben ik onwel. Vroeger was ik niet zoo gevoelig, en nu telkens wat! Ik kan u eerst overmorgen 1 of 2 vel kopie zenden, maar verzoek u reeds nu als 't u schikt my f 100 te remitteeren, omdat ik er om verlegen ben.-
Ik ontvang ‘van den Uitgever’ het 1e stuk der brochure van prof Veth. En op 't adres stond tot m'n groote verwondering: ‘met de groete van Gualth. Kolff.’ Na 't onaangenaam antwoord dat ik indertyd van hen ontving op myn verzoek om me f 200 voorteschieten op drie acten van Vorstenschool vind ik dit niet prettig. Maar ik weet niet hoe ik 't behandelen zal. (Let wel dat ik hem 't weigeren niet kwalyk nam. Ieder moet weten wat hem schikt. Maar hy antwoordde alsof ik hem 'n aalmoes gevraagd had.)-
Wilt ge zoo goed zyn my voor van Cleef te sHage de Nota van den Minister over Atjin te doen zenden. Ik zou 't wel rechtstreeks gevraagd hebben maar dan weet ik niet hoe ik die f0.50 + port remitteeren moet. Gy zult wel met hem in rekening staan, denk ik.
Ik ben erg lam en verdrietig. maar wat helpt het?
Wees hartelyk gegroet van tav
DD
Dank voor Aflg 11.