Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

24 april 1873

van

Multatuli

aan

G.L. Funke (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)

terug naar lijst

24 april 1873

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot over het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)

De opmerking over Loudon en Nieuwenhuis staat met een verwijzingsteken onderaan op blz. 4.

blz. 244 van den IV bundel: zie V.W. VI, blz.

Veth over Atjin: P.J. Veth, Atchin en zijne betrekkingen tot Nederland (Leiden 1872).

Wiesbad 24 April 1873

Waarde funke!

Gelyk met dezen gaat correctie vel 19. Het is weer zeer goed gedrukt.-

Dank voor schoon vel 16.-

Waarop wacht Aflg 11?-

Gister en eergister zond ik gecorrigeerden Vry-arbeid. Doch... slechts gecorrigeerd! Géén noten en (nog) geen voorbericht. Juist inverband met de gebeurtenissen te Atjin - middelyk 'n gevolg van 't vry-arbeids-principe! - had ik te veel te schryven om nu daaraan te beginnen. De vingers jeukten me by elke bladzy. De noten zouden, áls ik er aan begon, 't hoofdwerkje verdringen. Iets anders zou 't nog geweest zyn, als ge 'r in geslaagd waart het stuk van Waltman te krygen. Dan eigende zich de zaak misschien voor 'n naschrift. Maar er is nog 'n reden die me op dit oogenblik voor het aanvullen ongeschikt maakt. De gebeurtenissen met Atjin treffen my zeer, ja om zoo te zeggen persoonlyk. (Doch dit gaat het Publiek niet aan). De behandeling dier zaak kost my meer dan ik, met het oog op m'n broodschryvery, op dit oogenblik leveren kan. Gy zoudt me f 40 betalen voor 'n vel dat me f1000 aan inspanning en ziel kost. Want, nog-eens, ik ben er in betrokken. Hoe zot my 't meerendeel voorkomt van 't geschryf der velen die nu meepraten, nadat ze misschien in Septr van my 't eerst het woord Atjin hoorden, kunt ge nagaan. Maar dit is met veel voortbrengsels van de pers het geval. Fransen v.d. Putte durft de Atjineezen wel beschuldigen van slavenhandel op Nias. Wy Hollanders hebben nooit anders gedaan. (En ik keur het goed, zeer goed. Anders werden die ‘slaven’ vermoord. 't Is menschlievend en 't afschaffen is 'n wreedheid.)

Och, laat ik nu niet hier beginnen. Ik heb er geen tyd toe. De noodzakelykheid om kopie te leveren voor m'n Ideen slokt alles op. Maar iets anders. Het verwondert me dat ge by deze gelegenheid niet in eene annonce de aandacht vestigt én op m'n brief aan den Koning, én op de noot op blz. 244 van den IV bundel. Me dunkt dat dit z'n nut hebben zou, en... dat het me toekomt daarop gewezen te zien, vooral met vermelding van den datum dier beide stukken!

Al praat nu iedereen mee over die zaak, toen ik in 't najaar waarschuwde wist men er niets van. Dat het in 't belang van velen is my te ignoreren, is voor U geen reden. Er zullen wel eens boeken, brochures of passages zyn aangehaald met minder grond!

Wanneer gy 't doet, gebruik dan s.v.p. alleen t woord ‘opmerkelyk’. Niets meer.

Hetgeen ik over Atjin te zeggen heb, (misschien rechtstreeks en partikulier aan den Koning) houd ik - even als in September - in petto. 't Was me toen alleen te doen om by-tyds 'n blyk te geven dat ik er meer van wist dan Fr. v.d. Putte aan de Kamer bliefde te zeggen, en ook gedeeltelyk dan hy zelf wist. Want ook zyn berichten van Batavia zyn zeer gebrekkig. Vandaar ook de terughoudende toon van die noot. Ik overyl my zelden, en behoudens onwillekeurige dwaling, zeg ik de waarheid. Daar kan men op aan.-

Verzoek s.v.p. aan Gualth. Kolf te Leiden my met spoed p post te zenden een: ‘Veth over Atjin’

Als 't boek te zwaar is voor één: ‘gedrukt’ dan maar in brokken, maar asjeblieft spoed. (Hier is de tax ½ pond.)-

Mimi is (diep geheim) aan 't auteuren geraakt. Vandaar 't afbreken van haar vertaalwerk. Of haar arbeid goed worden zal, weet ik nog niet. Ik geloof het wel.

Ik ben (schoon anders wél) zenuwachtig van Atjin. Daarby komt dat ik de meeste personen die daarin 'n rol spelen zoo goed ken. Loudon, Nieuwenhuis, van Daalen! O, 't embarkeeren van de troepen is zoo gevaarlyk. Ik vrees nog dat byna al ons volk in de pan gehakt wordt. Het vertrek is 't zwaarste. Denk maar na. Het debarkeeren was kinderspel by 't successivelyk weggaan. Van Daalen moet sneuvelen, dit is z'n plicht. En hy is de man om z'n plicht te doen. Een eerlyk dienstdoender. Ik ken hem daarvoor. 't Is 'n stipt man. Loudon en Nieuwenhuis zyn ook achtenswaardige menschen. Maar... maar... er is iets anders noodig!

Wees hartelyk gegroet van

tt

DD